Column Langs de Linge: Munten, een moordkruis en mooie natuur
Door Harry Stegeman – 28 mei 2022

Van Harry Stegeman verscheen bij KNNV Uitgeverij Lopen langs de Linge. Voor zijn columns put hij uit dat boek.
Gelukkig, daar is-ie weer: de Linge. Het aardige boerderijtje hier meteen al aan de oever heet ‘t Meertje en de verder kaarsrechte ‘rivier’ maakt een flauwe bocht. Best bijzonder, beide. Ik liet het me uitleggen: dat Meertje en die bocht, ze hebben beide van doen met de hier van zuid naar noord lopende stroomrug van een verdwenen Rijntak. Ik bespaar u de verdere details.
Aan de overkant ligt Raayen, op een woerd. Twee, drie naoorlogse boerderijen, een paar fraaie hoogstamboomgaarden, een reus van een eik in een bocht van de enige straat – en je bent het gehuchtje al weer uit. Maar de Hemmense dominee Heldring, in z’n ruime vrije tijd schrijver en archeoloog, bleef hier halverwege de negentiende eeuw even hangen. Hij schrijft over de hier in de grond gevonden flessen, potjes, kommen, wapens, munten en meer: ‘Van dezen gevonden schat heeft reeds aanstonds de spade onderscheidende stukken vernield, een groot gedeelte, echter, is voor eene kleinigheid verkocht aan eenen voorbij wandelende Joodschen koopman.’ Zo ging men ook toen al met ons erfgoed om.
Ik ben inmiddels terug op de 2e Weteringsewal. Daar waar de Hollanderbroeksestraat de Linge kruist staat een stenen kruis in de berm, met een simpel hek eromheen. Weer iets met de laatste oorlog? Nee, dit zogeheten moordkruis is al meer dan vijfhonderd jaar oud. Er moet hier heel lang geleden iets vreselijks zijn gebeurd, er moet iemand zijn vermoord of verdronken en het kruis herinnert aan dat drama: bid, voorbijganger, voor het zieleheil van het slachtoffer.
Ook best bijzonder, dat kruis. Er staat in ons land maar op een paar plekken zo’n oud exemplaar. En er is toch ook wel nog iets met de oorlog: het kruis werd overreden door een tank, daarna gerestaureerd en vijftig meter van de oorspronkelijke ‘plaats delict’ teruggezet.
Ik laat de Linge weer even aan haar lot over, voor een uitstapje naar het noorden, in de richting van Driel.
Het is rustig op de Hollanderbroeksestraat. Het landschap is open, ik zie de stuwwal van de Veluwe met het torentje van kasteel Doorwerth en de schoorstenen van de steenfabrieken in de uiterwaarden van de Nederrijn. Mooi, die afwisseling van graslanden, bosjes en erfbeplantingen aan beide kanten van de weg. Toch ben ik verrast als ik na een kilometer dwars door de terreinen van Golfbaan Landgoed Welderen blijk te lopen.
Aan het eind van de Hollanderbroeksestraat volg ik het wandelpad naar links, langs de Eldense Zeeg. De kaarsrechte sloot verruilde een tijdje terug haar eerst nog steile kades voor bredere, flauw hellende en dus meer natuurvriendelijke oevers. Er is nu volop ruimte voor dieren en planten, het rustige en warmere water biedt vissen meer kans om te paaien en hun kroost kan er beschut opgroeien. Ook libellen en andere insecten krijgen zo meer kans.
Het pad loopt eerst een tijdje langs de rand van een bos, Bremerton heet het. Het is aangelegd als vervanging van de stukjes groen die bij de ruilverkaveling het loodje legden. Ik zie vooral populieren, essen, eiken en groepjes lindes. Langs de bosrand groeien de hazelaar, de hondsroos en de Gelderse roos. De bodem kleurt felgeel door het speenkruid. De poel aan de westkant van het bos moet een paradijs voor kikkers, padden, salamanders en libellen zijn.
Genoeg natuur. Ik ben het bos uit en kom op alweer zo’n kaarsrechte verharde weg. De naam is passend: Langstraat. En het is ook nog een Populierenlaan, waarvan er hier in het Lingegebied dertien in een dozijn zijn. Maar hij brengt me wel weer terug bij de Linge.
Geef een antwoord